vrijdag 31 augustus 2012

essay inzending prijs voor de jonge kunstkritiek



Van ontdekking tot opheffing van het medium
Een nieuwe manier van kijken

Claire Bänziger (NL 1980)


Waarneming als uitgangspunt voor beeldend onderzoek

Videokunst is een lastig fenomeen, want het suggereert zich enkel te bedienen van het medium video. In de beginfase van het medium, de jaren zestig, gingen er velen met video werken, niet enkel kunstenaars en waar kunstenaars het nieuwe medium gingen onderzoeken kwamen ze vanuit zeer diverse achtergronden en disciplines. Vandaag de dag is videokunst een weid verspreide vorm die wordt herkend en erkent in de beeldende kunst en daarbuiten. Toch is er in het typeren van dit fenomeen in wezen weinig veranderd. Ook de hedendaagse benaderingswijzen zijn zeer divers en komen vanuit een grote verscheidenheid in intenties en achtergronden. Tevens is de moeilijkheidgraad toegenomen. Het gaat niet enkel meer om het typeren van het werk in de tijd en het typeren van het medium, maar om een breder veld, waarin koppelingen van disciplines en technische mogelijkheden een noodgedwongen te beziene factor zijn om te begrijpen in welke context de hedendaagse werken bekeken moeten worden. Hetgeen dat destijds nieuw was, kent in zijn huidige ontwikkelingsfase diverse technische mogelijkheden, zowel oude als nieuwe technieken, kennis en verbindingsvormen. Kennis was in de jaren zestig zeer beperkt en binnen een kleine kring voorhanden. Destijds waren het de instituten die deze kennis in huis hadden en deelden in hun veld. In de huidige tijd is het een persoonlijk specialistisch terrein geworden waar de beeldend kunstenaar keuzes maakt naar aanleiding van de inzichten in hetgeen men met het beeldend werk wil bereiken en waartoe het dient. Veelal dient men zelf te beschikken over de kennis en de technische mogelijkheden om het werk op een volwaardige wijze te ontwikkelen.
Los van de technische ontwikkelingen, of je nu spreekt over de jaren zestig of het heden, is naar mijn idee de belangrijkste probleemstelling, de waarneming, als een op zichzelf staand gegeven.

De mogelijkheid opnieuw te kijken

Het medium video heeft mijns inziens te maken met meerdere probleemstellingen wat betreft de waarneming. Zeker bezien vanuit de beeldende kunst in de jaren zeventig. Het is niet alleen het kijken naar kunst dat in deze tijd nog aan bijstellingen onderhevig was, door onder andere de invloeden van de werken van Duchamp en Kosuth, maar ook het hele issue omtrent realiteitsweergave van het medium televisie was nog in volle beweging. Denk aan de pionier Gerry Schum, die in 1968 de Fernsehgalerie als concept ontwikkelde. Zijn idee videowerken rechtstreeks uit te zenden, was een inzet die tot dusver nog niet aan de orde was geweest in de beeldende kunst. Tegelijkertijd bestond er een kritische houding vanuit de beeldende kunst ten aanzien van videowerken, juist omdat het vanuit de traditie ongewoon was een visueel werk te maken, dat enkel bestond bij de gratie van zijn aansluiting op het stroomnet. Hoewel werken met licht en beweging toch al langer bestonden en geaccepteerd waren, zoals in de kinetische kunst, was de sprong die nu gemaakt werd voor velen toch een stap te ver. Er deden zich dan ook veel kritische geluiden voor, vanuit de behoudende disciplines in de beeldende kunsten, de kunstkritiek maar ook vanuit het politieke klimaat met name waar het de bestaande subsidiestructuur betrof.


Nog een complicerende factor was de video installatievorm die kort na de tape weergave ontstond. In deze installatievorm werd een nieuwe laag van waarnemingsproblematiek aan het daglicht gebracht. De manier van waarnemen van de toeschouwer. In de publicatie ‘videokunst’ van de vleeshal in Middelburg, naar aanleiding van een tentoonstelling van video installaties en videotapes uit Nederland in 1983, staat: “Bij video-installaties zijn er meerdere informatiekanalen en speelt de ruimte van de toeschouwer een grotere rol. De toeschouwer maakt zelf aktief  combinaties, de volgorde en voor welke tijd hij deze kanalen tot zich neemt.” Tevens staat in deze publicatie: “De wijze waarop waarneming is verbonden aan tijd, is van bijzonder belang bij de vraag waarom kunstenaars zich met het medium video bezighouden. Wanneer men probeert om bij het zichtbaar worden van een teken hiervan geestelijk een soort idee te krijgen en in staat is dat vrijwel onmiddellijk te doen dan spreken we van waarneming. Bij langere beschouwing verandert de waarneming in een intellektuele aktiviteit.” Deze manier van kijken die door de video installatiekunst werd geactiveerd sluit nauw aan bij de manier van kijken die eerder werd ontwikkelt en gestimuleerd vanuit de ontwikkelingen binnen de concept-art.

Concept-Art als voorganger van de videokunst?


Kosuth zag de eerste readymade van Duchamp als levend bewijs voor zijn stelling, hij heeft met zijn readymade daadwerkelijk de beeldende kunst geherdefinieerd. “Met deze verandering van ‘verschijning’ naar ‘conceptie’ begon pas de eigenlijke ‘moderne’kunst. Zij luide tevens het begin in van de conceptuele kunst. Na Duchamp wordt alle kunst in wezen conceptueel.” (pag 73, A.A. van den Braembussche).  Toch zijn er diverse gradaties van conceptualisme. In de meest strikte vorm wordt hij zichtbaar in de filosofie. “In de filosofie is een sluitende definitie van ’conceptualisme’ mogelijk (omdat in het denken over denken doel en middel gelijksoortig zijn), maar in de beeldende kunst stuiten we op het probleem dat het denken van de kunstenaar vertaald moet worden in fysieke, dat wil zeggen zichtbare (of tastbare) vormen en beelden.”(pag 196, De tweede helft, Ad de Visser) In de beeldende kunst zou deze filosofische benadering betekenen dat de overdracht van de idee niet langer via de beeldende weg zou worden afgelegd, met alle problemen van dien. Want wat is beeldende kunst zonder visuele overdrachtsmogelijkheden. Kosuth’s ideeën waren zeer complex en hebben een grote uitwerking gehad, niet enkel op kunstenaars, beeldende kunst, maar tevens de kunstfilosofie. De reden waarom ik deze uitspraak hier aanhaal is omdat ik de denkwijze en benaderingswijze duidelijk herken in werken uit de jaren 60 en 70  en ze tegelijkertijd in de huidige ontwikkelingen van de beeldende kunst als essentieel en actueel ervaar. De werken van de Nederlandse videokunstenaar, Bert Schutter, die video sculpturen en installaties maakte waarin zowel de opvatting van de concept art werd meegenomen en uiteindelijk wel werd vertaald naar beeld, alsook de waarnemingsproblematiek van de toeschouwer in relatie tot video installatiekunst een duidelijk rol speelt zijn hier een uitgesproken beeldend voorbeeld van. Opvallend bij de werken van Schutter is dat door middel van de werken de toeschouwer vaak wordt aangesproken op de manieren waarop waarneming kan leiden tot een andere realiteit. Meerdere niveaus van werkelijkheid worden tegelijkertijd aangeboord. Werken als ‘Woodsculpture’, ‘Related forms’ en Still life/ Still alive’ zijn hier duidelijke voorbeelden van. “ ‘Woodsculpture’ toont een vijftal delen van de stam van een walnotenboom op nagenoeg  ware grootte. De vijf stamdelen – in werkelijkheid een geheel vormend – worden gescheiden door de randen van de vijf op elkaar gestapelde monitoren. De zijkanten van de monitoren zijn bekleed met walnotenhout en vormen aldus, evenals de stamdelen, een voor het oog doorlopend geheel. Het op zich voor een ieder vertrouwde idee van een boomstam wordt hierdoor als het ware ontleed, opnieuw samengesteld en op deze wijze van zijn vanzelfsprekendheid ontdaan.” (publicatie vleeshal, Bert Schutter, video-installaties 1983)
‘Still life/ Still alive’ is een werk dat bestaat uit drie monitoren op rij waarop een stilleven is te zien. Dit stilleven dat onmiddellijk aan de stillevens uit de schilderkunst doen denken, laat een deel van een 75 minuten durende opname zien, waarbij de gefilmde bloemen gedurende de opname langzaam opengaan. Hier is het Schutter om de filmopnames te doen en zijn de monitoren enkel ingezet als drager. “Door zo een stilleven te creëren toont Bert Schutter de tegenstrijdigheid die eigen is aan het begrip stilleven: de beweging is slechts schijnbaar afwezig. Met behulp van de videotechniek is een stilleven tot stand gekomen waarin de aanwezigheid van beweging binnen het stilleven bevestigd wordt” (pag. 3, Bert Schutter zes werken, Marie-Adèle Rajandream 1986, gepubliceerd op mediamatic.net) In dit werk maakt Schutter een mooie denkbeweging, die los van de visuele vorm zeer interessant is en misschien wel typerend voor zijn manier van werken.
De waarneming van de toeschouwer wordt in al zijn werken geprikkeld daar waar verwachting en daadwerkelijke waarneming van het moment elkaar kruisen. Zoals gaandeweg bij de werken van Schutter voelbaar wordt, speelt niet enkel het medium een rol, of de installatievorm, maar op de eerste plaats denk ik dat de conceptuele benaderingswijze zorgt voor deze andere manier van waarnemen. En bij deze manier van waarnemen, is het ook aan de toeschouwer actief deel te nemen aan het waarnemingsproces, door de gegeven informatie te verbinden tot en te laten transformeren naar, of ook deel te laten zijn van, datgene dat wij als waarneming kennen. Toch doet Schutter dit op een wijze, die ik hermetisch wil noemen. De informatie is vrij dwingend en overdrachtelijk sterk gefundeerd in de idee. Het laat weinig ruimte voor interpretatie, omdat het op zeer nauwkeurige wijze, in al zijn soberheid, wordt overgedragen. In deze manier van werken huizen nog duidelijk de oorspronkelijke gedachten van de concept art. Dit is een kwaliteit in zijn werk waar de generaties na hem nog vaak mee worstelen en is waarschijnlijk ook de reden waarom juist deze tijd, nauw verbonden aan de ideevorming van concept-art, zoveel sterke werken heeft voortgebracht, waaronder de werken van Schutter. 
Tegelijkertijd opvallend bij de werken van Schutter is dat ze een directe reactie weergeven op verschijningsvormen binnen de beeldende kunst. In zijn werken reflecteert Schutter op schilderkunst, de sculptuur, op de werking van de deelaspecten zoals de factor tijd in het stilleven of het ontdoen van de factor tijd in een video-installatie. Deze werken doen me denken aan een uitspraak uit de begintijd van de concept art. Kosuth schreef in 1969 een aantal essays waarin hij zijn opvattingen kenbaar maakte over ‘Art As Idea As Idea’. Hij was hierin vrij radicaal. Uitspraken als: “Het kunstwerk is slechts waardevol in de mate waarin het een commentaar is op de kunst zelf en een nieuw gezichtspunt op de wezen en functie van kunst belichaamt.” (pag 73 Kosuth, A.A van den Braembussche), geven de strengheid en het serieuze karakter weer van zijn ideeën. Deze strengheid en duidelijke keuzes en vraagstellingen zijn ook in het werk van Schutter zeer expliciet. Dat is opmerkelijk in een tijd dat anderen onder de noemer conceptuele kunst toch een iets vrijere vorm hanteren of, ondanks dat er duidelijke kenmerken in het werk zitten die specifiek zijn voor deze manier van denken, zich er zeer uitgesproken van distantiëren. De gedachtegang in het werk van Schutter ‘Still life/Still alive’ is in dit kader zeer fascinerend omdat het los van zijn betekenis in beeldende zin tegelijkertijd een commentaar lijkt te zijn op Kosuth’s opvattingen vanuit het meest radicale idee dat we van hem kennen, het opheffen van het beeld door middel van het vooropstellen van de idee. Met dit werk zet Schutter door middel van de idee, het woord en daarmee de aanname tegenover het beeld, welk in dit geval ‘de realiteit’ weergeeft als onbetwistbaar feit. Het beeld is terug.

Het beeld van de idee
Gedurende mijn zoeken in de videokunst kwam ik zeer recent een werk tegen van een inmiddels net afgestudeerde kunstenaar van de master afdeling Artistic science aan de KABK te Den Haag. Hetgeen mij enorm fascineerde was de perfectie die bereikt was in het werk, niet enkel in het filmbeeld ansich, maar ook in het concept en de installatievorm. In het werk is een zeer specifieke vorm van opbouw gevonden, die dezelfde waarneming, die ik hierboven als begrip probeer te omschrijven, op een ervaarbare wijze neerzet.
Het betreft het werk ‘the same place and table’(2012), van de uit Israel afkomstige, in Den Haag wonende beeldend kunstenaar Shiri Limor.
Geïnspireerd door Samuel Beckett’s ‘Stirring still’ gebaseerd op een zelfbespiegelend monoloog van een man, is haar werk een geabstraheerde documentatie van dagelijkse routine handelingen. In het werk zijn duidelijk gescheiden facetten aanwezig, waaronder een projectie van een man in een ruimte die handelingen verricht. Een monitor buiten het projectievlak die door middel van de ons bekende signalen en monitorsymbolen (zoals contrast – volume – helderheid) voetnoten plaatst bij het geprojecteerde beeld. Verder is er geluid te horen dat wisselend aanwezig is en varieert in volume. Tevens is in het geprojecteerde vlak in de ruimte waar de man zich bevind een soortgelijke monitor te zien, die daar als tv scherm dienst doet. Door de wisselwerking tussen de elementen, enerzijds samenvoegend, tegelijkertijd ontregelend ingezet, ontstaat een vreemde bewustwording van het manipuleerbare deel van waarneming. De neiging van de mens dingen die hij ziet te archiveren en kloppend te willen maken wordt in de beginfase van de film subtiel ingeleid. Daar waar de symbolen op de monitor spreken van volume, contrast en helderheid, lijken deze veranderingen in het geprojecteerde vlak daadwerkelijk doorgevoerd te worden. Echter naar gelang de tijd verstrijkt worden er steeds verschuivingen aangebracht in de met elkaar in wisselwerking staande elementen. Waar eerst de toon van het contrast daadwerkelijk verandert, wordt dit symbool op een later moment ook ingezet bij lichtinval in de opname zelf.  Door het steeds verder verschuiven van deze associatiegrenzen, op alle gebieden, zowel in geluid, licht, helderheid, contrast, volume en beweging, ontstaat er een vervreemding van ‘het gekende’ en tegelijkertijd een bewustwording van de fragiele grenzen die met onze manier van waarnemen gemoeid zijn.
Het meest imponerende  in het werk van Shiri Limor is de nuancering van elk beeld element en de kracht die het beeld uitdraagt in zijn subtiele opbouw, door de ons allen wel bekende beeldelementen. Absoluut niet is er gezocht naar onbekende trucage, vernieuwende communicatiemiddelen of opvallende presentatiemiddelen. Er is uitgegaan van beeldelementen die bestaan in de hoofden van de kijkers, van alle kijkers en deze beeldelementen worden gebruikt als een nieuwe taal. Als een vorm om het denken aan te wakkeren. Om ons te ontdoen van onze zekerheden, waardoor we weer vragen kunnen stellen. Vragen over ons eigen zijn, ons kijken en ons handelen. Vragen over die dingen die essentieel zijn in het leven.
De ontwikkelingen die de videokunst doormaakte leken noodwendig en hebben geresulteerd in een verstandhouding met de toeschouwer die is doorontwikkelt. In de hedendaagse verschijningsvormen van videokunst werpt dit vruchten af in de communicatie met het publiek.
De video-installatie vorm is naar mijn mening het meest essentieel geweest voor de enorme sprong die het medium maakte in relatie tot de andere disciplines. In deze vorm konden alle verworvenheden met betrekking tot het conceptuele denken en de daarbij behorende nieuwe waarnemingsvorm haarfijn worden scherpgesteld. En hier is in mijn ogen de waarde van beeldende kunst gedefinieerd.

/Archief/ het ideale atelier (2008)

het ideale atelier, artikel onderdeel van publicatie gemaakt door kunstenaars (2008) door Claire Bänziger

/archief/ publicaties en recensies (2008)

recensie n.a.v. overzichtstentoonstelling Lucian Freud 2008 door Claire Bänziger





recensie n.a.v. tentoonstelling Het appél van de kip, Koen Vanmechelen, Valkhof door Claire Bänziger

donderdag 12 juli 2012

Bachelors eindexamenwerken 2012




Christopher Holloran
Rietveldacademie 2012 afdeling  vav


titel: Wile E.

Hetgeen in dit werk fascineerde was de verknipte structuur. Twee mensen hebben per telefoon contact met elkaar. 1 persoon bevind zich in Amsterdam, de andere in Amerika NY. Er is een vervreemdend tijdsverloop tussen de telefoongesprekken. de ene keer verteld een persoon wat hij deze dag heeft gedaan voorafgaand aan een visuele vertaling, het andere moment wordt een visuele voorbeschouwing gedaan. Het werk bestaat uit gefilmde elementen en deze zijn samengevoegd met grafische en animatie elementen. Er ontstaat een druk beweeglijk geprojecteerd werk, dat neigt naar een vertelvorm die schippert tussen realisme en fictie. Het begint als een gesprek tussen twee mensen op een andere plek, die met elkaar hun daginvulling delen en verandert gedurende deze korte film in een gesprek waar je niet meer weet of "de moord" die de jongen volgens zijn verhaal heeft gepleegd, realiteit of fictie is. Het spanningsveld dat zowel in het verhaal als in beeld wordt opgezocht lijkt vrij oppervlakkig, maar door de opbouw en de veelheid aan elementen die hij inzet in zijn film, ontstaat er een absurdistische realiteit gemaakt van taal, beeld en het bespeelbare mentale gedeelte van de toeschouwer.


Lukas Hoffmann & Federico Ortegon Perez
Rietveldacademie 2012



titel: promise not to fulfil

Gebaseerd op waar gebeurt verhaal. Zo start dit werk. Vanuit een verlichte loods worden we meegenomen door een transformatieproces. Het bouwen van een filmset, het ontstaan van de realiteit van het schip, om uiteindelijk deel te zijn van de reis met het zeilschip.
In de vorm is dit een geslaagd werk. Juist omdat door de gekozen heldere vorm, op juiste momenten beslissingen zijn genomen, die verder gaan als het schrijven van een script. Beeld verschuift van registrerend naar filmisch karakter. Taal die wordt ingezet vanuit concept, gebruikmakend van de narratieve vorm, die op momenten een filosofisch karakter krijgt. Het is niet enkel het verblijf van deze mensen op het schip, en de dimensie van tijd op zee. De gekozen vorm en de keuzes van de makers roepen vragen op over maakbaarheid, realiteit en existentie. Een vrij eenvoudige opbouw leidt tot een complexiteit aan gedachten bij de toeschouwer. Je bent je, door enkele ingebrachte momenten in de film, meer bewust van je eigen informatieverwerking dan gewoonlijk.





Robert van Luijk
HKU Art&Education


Titel: Paradise dance
Gemonteerde performances.
De twee getoonde werken gedurende de eindexpositie gaven een zoektocht weer naar specifieke handelingen en fysieke bewegingen die in het menselijk wezen schuilen. Door deze handelingen en gedragingen te isoleren en te ontdoen van de context waarin ze zich in het dagelijks leven voordoen, ontstaat een soort oerbeeld van het wezen van deze mens.
Een analyse van fysieke beweging, onttrokken uit zijn mentale basis. Het beeld imponeert door zijn directheid.


Joost Mellink
HKU Art& Education


          http://vimeo.com/39260394

Joost Mellink maakt Dagreizen, korte trips door Nederland waarbij beleving van momenten centraal staan. Het Nederlandse landschap komt steeds terug in zijn werken. Hij zoekt beleving in het minimale, en probeert dit in zijn beeldend werk uit te vergroten. Eigenlijk wil deze kunstenaars zijn beleving van die momenten die hijzelf als groots ervaart met ons delen. In zijn videoinstallaties/sculpturen komt dit moment van ervaren bij de toeschouwer te liggen. Door de gekozen vormen van presenteren stuurt de kunstenaar je naar een gemaakte vorm die zijn eigen belevingsmoment weerspiegelt.






Daniel Disselkoen
Kabk Den Haag BA grafisch ontwerp


Titel: Remake Reality

Op de eindexpositie van kabk werd ik verrast door het werk van Daniel Disselkoen. Zijn open blik, lichtheid in de benadering van zijn onderwerp, en het verfrissende resultaat dat dat opleverde voor zijn werk, was een ervaring op zich.
In de documentaire ‘remake reality’ verteld Daniel Disselkoen dat hij niet begrijpt waarom we in onze waarneming open staan als we ergens voor het eerst zijn, dus die nieuwe realiteit heel bewust opmerken, terwijl we in onze dagelijkse leefomgeving deze momenten niet bewust meemaken. Op een speelse wijze probeert hij hier een eind aan te maken en mensen te programmeren, middels door hem ontwikkelde visuele spellen, ook de dagelijkse realiteit in een ander daglicht te stellen.
Een frisse manier van denken, kijken en ervaren. Disselkoen weet dmv zijn documentaire de toeschouwer deel te maken van deze open blik.


Willem Meulenbeld
AKV St.Joost Den Bosch afdeling autonoom DT


Egodocu
In de kortefilm van Willem Meulendbeld verloopt de tijd terwijl de hoofdpersoon stil blijft staan.
De setting is er één van isolement. Teruggetrokken in een gebied in de natuur, dat deels de karakteristieken van een park vertegenwoordigd, en tegelijkertijd aandoet als een verlaten omgeving aan de rand van het bos, verblijft een persoon. Het is een man, gekleed in hemd met stropdas. Hij lijkt zich bewust te hebben onttrokken aan zijn oorspronkelijke omgeving, om de stilte op te zoeken.
Het beeld roept een onbestemd en ambivalent gevoel op. Daar waar in het beeld handvaten zijn voor de man, om zich tot zijn omgeving te verhouden, doet hij dit niet. Hij wacht, kijkt, staat, baant door een meer.
Waar sferische elementen in films soms de boventoon voeren, is dat in deze film een goede uitgebalanceerde keuze. Een filmische vertaling van zo’n moment in het leven. Zo’n moment waarna we weer hervinden.



Paul van Roosmalen
AKV St. Joost Den Bosch afdeling autonoom DT


Titel: Alleen voor leden –het vertelde-
In één woord, Beeldend. Een fascinerende installatie gebaseerd op het verhaal ‘machine’ uit het boekje script. Een installatie die niet in één keer te bevatten is. Een claustrofobische reis, je waant je in een machine van hout en metaal, je kijkt naar een proces dat gaande is, een voltooiing van iets absurdistisch. Zie ik nou echt levende pastei? Fantastisch werk!!

Dit werk hoort thuis in een grotere reeks werken, het zou goed zijn meerdere werken van deze kunstenaar te bekijken. Dat geeft een beter beeld van de inhoud van zijn werken! 







woensdag 14 maart 2012

Van ontdekking tot opheffing van het medium

Een nieuwe manier van kijken



Inhoudsopgave
Inleiding
4
Tv gerelateerd medium,
de massa bereiken, rechtstreekse uitzending, verspreiding
6
De instituten maakten het mogelijk
10
Bert Schutter, kennismaking met videografie
16
Waarneming als uitgangspunt voor beeldend onderzoek
19
Concept-Art als voorganger van de videokunst
22
Servaas Schoone videokunst-pneumatiek
25
Kritische reflectie op het massamedium
28
Servaas-Schutter
wat is tv realiteit en wat is de realiteit van waarnemen
29
Eindnoten
32
Bronvermelding
38

Inleiding
In dit onderzoek wil ik ingaan op de ontwikkeling van de videokunst in Nederland in de
jaren zeventig en tachtig bij met name de kunstenaars Bert Schutter en Servaas
Schoone. De keuze voor deze twee kunstenaars heeft als reden dat beiden in hun werk
een duidelijke relatie aangaan met het medium video vanuit twee verschillende posities.
Ook denk ik dat de werken van deze twee kunstenaars inzicht bieden in de
ontwikkeling van de videokunst in Nederland en dat ze door hun verscheiden
achtergronden samen een goed beeld geven van de tijd en de bewegingen in de
beeldende kunst op dat moment. Videokunst is een lastig fenomeen, want het
suggereert zich enkel te bedienen van het medium video. In de begin fase van het
medium, gingen er velen met dit medium werken, niet enkel kunstenaars en waar
kunstenaars het nieuwe medium gingen onderzoeken, kwamen ze vanuit zeer diverse
achtergronden en disciplines. In deze tekst wil ik een lijn uitzetten die een deel van
de beginfase en de ontwikkeling van dit medium weergeeft om zo ook een heldere lijn
te scheppen, in dit geval, hoe videokunst zich in Nederland ontwikkelde.
Vanzelfsprekend is videokunst te omvangrijk, om in zijn geheel te beschouwen in een
korte tekst. Desondanks wil ik een kader scheppen van waaruit, in een nadere
beschouwing, tot verdieping kan over worden gegaan. Videokunst is in mijn ogen een
fascinerend medium, dat veel verandering heeft gebracht in de beeldende kunst en is
opgekomen in een tijd die zeer complex was. Er waren veel bewegingen en
verschuivingen in de jaren zestig, toen videografie, het vastleggen van bewegende
beelden op een drager, in dit geval de videotape, zijn intrede deed in de beeldende
kunst. Dit kwam met name doordat de sony portapak camera op de markt kwam, een
draagbare camera, die het voor kunstenaars mogelijk maakte zelf opnames te maken.
Niet enkel in de beeldende kunst, die toen hoogtij vierde in zijn veelheid aan
stromingen en definities, maar ook in de maatschappij waren er veranderingen. Mede
door de technische ontwikkelingen waren er in een relatief korte tijd ook veel
maatschappelijke veranderingen en mogelijkheden, die voorheen ondenkbaar zouden
zijn geweest. In deze tijd van snelle verschuivingen deed video zijn intrede in de
beeldende kunst en daarmee transformeerde in nog geen halve eeuw de kaders van de
kunstwereld tot moeilijke lijnen die wortelden in zowel kunstveld, maatschappij als in
de techniek en die op de dag van vandaag nog steeds moeizaam zijn te ontknopen voor
zowel critici als kunstliefhebbers. In deze tekst wil ik aan de hand van het medium
video inzicht geven in deze verwevenheid. Ik zal proberen helderheid te scheppen in het
tijdsbeeld en dan met name in de verandering omtrent waarneming in de beeldende
kunst. Het medium video heeft mijns inziens te maken met meerdere
probleemstellingen wat betreft de waarneming. Zeker wanneer bekeken vanuit de
beeldende kunst in de jaren zeventig. Het is niet alleen het kijken naar kunst dat in deze
tijd nog aan bijstellingen onderhevig was, door ontwikkelingen na Duchamp en Kosuth,
maar ook het hele issue omtrent realiteitsweergave van het medium televisie was nog in
volle beweging. Daarnaast bestond er ook een kritische houding vanuit de beeldende
kunst, juist omdat het vanuit de traditie ongewoon was een visueel werk te maken, dat
enkel bestond bij de gratie van zijn aansluiting op het stroomnet. Hoewel werken met
licht en beweging toch al langer bestonden en geaccepteerd waren, zoals in de
kinetische kunst, was de sprong die nu gemaakt werd voor velen toch een stap te ver. Er
deden zich dan ook veel kritische geluiden voor, met name vanuit de behoudende
disciplines. Nog een moeilijkheidsgraad was de video installatievorm die kort na de
tape weergave ontstond. In deze installatievorm werd een nieuwe laag van
waarnemingsproblematiek aan het daglicht gebracht.
In deze tekst zullen vele bewegingen die in deze tijd plaats hadden ook niet aan de orde
komen, of niet nader worden uitgewerkt. Ik probeer in deze tekst aan de hand van Bert
Schutter en Servaas Schoone inzicht te geven in deze complexe tijd en zal andere
kunstenaars en gebieden met betrekking tot het medium, deze tijd en de daaropvolgende
jaren bewaren voor een vervolgonderzoek, omdat ik de omvangrijke ontwikkeling van
het medium en de videokunst anders tekort zou doen.
Om Bert Schutter en Servaas Schoone te plaatsen in de ontwikkeling van de
videokunst, is het van belang terug te kijken op en naar de beginperiode van dit medium
en de voorgangers van Schutter en Servaas. In deze scriptie is gekozen de periode te
laten beginnen bij Gerry Schum. Terwijl ik me er terdege van bewust ben dat in andere
essays en theses vaak wordt uitgegaan van een oorsprong die elders ligt, variërend van
de filmindustrie, de korte film, de sony portapak camera, de performances, de fluxus
beweging, Nam June Paik en vele andere ijkpunten, heb ik er voor gekozen het kader
elders te leggen en Schum als vertrekpunt te nemen voor de verdere ontwikkeling. De
voornaamste reden hiervoor is dat Schum iets beoogde met video dat naar mijn idee
dicht stond bij de inhoudelijke ontwikkelingen van de beeldende kunst in zijn tijd.
Schum introduceerde het medium, in zijn oorspronkelijke vorm, namelijk uitzenden van
beelden via de televisie en niet zoals we dat nu kennen, een reportage over kunst, of
video ingezet als discipline of onderdeel van beeldend werk in de
tentoonstellingsruimte. Zijn idee videowerken rechtstreeks uit te zenden, was een inzet
die tot dusver nog niet aan de orde was geweest in de beeldende kunst. Het gaf ruimte,
in een tijd dat veel kunstenaars zochten naar andere presentatiemogelijkheden dan
diegene die bekend waren in de wereld van de beeldende kunst zelf. Zoals de fluxus
beweging zijn podium zelf creëerde en zich afzette tegen het gangbare circuit,
ontstonden er land art werken, die lastig waren te vertonen voor een groter publiek en
speelden er binnen meerdere kunstbewegingen vragen omtrent de verschijningsvorm en
presentatieplek van het werk. Schum had zijn zinnen gezet, niet alleen op het medium
video, of het bereiken van veel mensen via dit massamedium, maar ook op het
verspreiden buiten de conventies van de beeldende kunst om. Hij wilde ook minder
bekende kunstenaars een kans geven, hun werk te presenteren aan een publiek. De
complicaties met betrekking tot deze keuze zullen later worden besproken. Ondanks de
moeilijkheden heeft Schum een poging gedaan die veel invloed heeft gehad op
kunstenaars en hoe ze zich in hun werk verhielden tot het medium. Dit heeft
geresulteerd in een aantal interessante werken en een mooie geschiedenis en
ontwikkeling van het medium video van waaruit nog steeds bewegingsmogelijkheden
worden gebruikt voor verdere ontwikkelingen in de beeldende kunst vandaag de dag.

de gehele tekst lezen? neem contact op met info@clairebanziger.nl

Van ontdekking tot
opheffing van het
medium